Mieren tijdens de wintertijd

De meeste mieren hebben een rustperiode tijdens de wintertijd. Hoe werkt dat dan
precies?

Wintertijd

Wat houdt de wintertijd voor mieren eigenlijk in? De wintertijd is voor de kolonie erg
belangrijk. Deze periode is namelijk een soort ‘’oplaadperiode’’ voor de koningin en de
kolonie. De koningin legt weinig tot geen eieren en de ontwikkeltijd van het broed duurt
een stuk langer. Ook heeft de kolonie weinig voeding nodig.

Hoe bereid ik mij het beste voor op de wintertijd?

Tijdens de wintertijd wil/moet je jouw mieren zo min mogelijk storen. Hoe kan je dan
toch de nodige dingen dan het beste doen?
De soorten die je op 5-10 graden moet houden, zijn het gemakkelijkste op deze
temperatuur te houden in de koelkast. Voor die soorten zou je dus een ongebruikte
koelkast moeten hebben. Een mini koelkast werkt natuurlijk ook!

Voor de soorten die je op 10-15 graden moet houden, is het makkelijkste ze in de schuur
te leggen op een hoge en ongebruikte plek. Deze temperatuur is uiteraard ook op andere
plekken haalbaar zoals de kruipruimte, de koelkast, de zolder of de meterkast.
Gebruik tegen overige vibraties een doek, een stuk piepschuim of bubbelplastic. Zo
stoor je de mieren het minst.

Winterrust

Veel mieren hebben tijdens de wintertijd een winterrust. Dit is een periode tussen
oktober en februari waarin het in het Noordelijke halfrond winter is. Voor Europese
soorten ligt deze temperatuur tussen de 5 en 15 graden. Ligt de oorsprong van de soort
in Zuid-Frankrijk, Spanje, Portugal of andere Zuid-Europese landen? Dan is de temperatuur tussen de 10 en 15 graden. Ligt de oorsprong van de soort in Noord-Frankrijk, Duitsland, België, Nederland of andere Midden/Noord-Europese landen? Dan is de temperatuur tussen de 5 en 10 graden.

Diapauze

Veel soorten uit o.a. China en omstreken hebben in plaats van een winterrust een
diapauze. Dit is ook een periode waarin het in die landen winter is, maar het is daar
meestal niet veel kouder. Soorten die een diapauze hebben moeten tijdens de
winterperiode op kamertemperatuur blijven (17-21 graden).

LET OP! Als de soort uit de bergen of koudere gedeelten van Azië komt hebben ze wel
een winterrust nodig!

Dingen om rekening mee te houden

Stoor de kolonie tijdens de wintertijd niet te veel! Deze periode is namelijk erg belangrijk voor de kolonie. Voer hebben de meeste Midden/Noord-Europese soorten niet nodig. Zorg ervoor dat de Zuid-Europese en de soorten uit Azië 1x in de 2 weken proteïne en suikers krijgen.

Welke soorten moeten er in winterrust?

De soorten die in winterrust gaan bij 5 tot 10 graden zijn: Lasius Niger, Lasius Flavus, Camponotus ligniperda, Camponotus Herculeanus en Myrmica Rubra.

De soorten die in winterrust gaan bij 10 tot 15 graden zijn: Camponotus Cruentatus, Messor barbarus, Messor Ibericus, Camponotus Pilicornis en Crematogaster Aubertii

Welke soorten hebben een diapauze?

De meeste soorten uit Azië hebben een diapauze. Denk dan vooral aan de soorten: Camponotus Nicobarensis, Camponotus Habereri, Camponotus Irritans en Camponotus Variegatus Dulcis.

Ook soorten uit Midden Afrika hebben een diapauze. Denk dan aan de soorten: Camponotus Maculatus, Oecophylla Longinoda en Pheidole Megacaphala.